Na het avontuur bij Photogravure van Leer solliciteerde ik met de uitslag van de beroepskeuze test in mijn achterhoofd bij het ANB naar de baan van kantoorbediende.
Als kind uit een rood gezin wilde ik graag bij de vakbond werken. Ik werd aangenomen bij de ledenadministratie van de Bouwbond NVV, de ANB. Ondanks dat ik niet zoals gevraagd een diploma van de huishoudschool had, werd ik toch aangenomen.
De afdeling hield zich bezig met het onderhoud van het adressenbestand en de verzending van post. Al draaiend aan een groot wiel ponste ik kaartjes met adresgegevens van leden. Die kaartjes werden gebruikt om adressen van leden op enveloppen te drukken. Mijn collega's waren een zestal jonge vrouwen en een (mannelijke) chef.
De baan werd - voor die tijd - goed betaald, maar was doodsaai. Er zat weinig variatie in de werkzaamheden. Ook voelde ik mij niet echt thuis in de groep van jonge vrouwen, die voor het merendeel ook ouder waren. Dat lag niet aan de hen, maar aan mij. Ik voelde mij een buitenbeentje en kon geen aansluiting vinden bij mijn collega's. Zij hadden meer levenservaring en ik kon niet meepraten met hun gespreksonderwerpen. Er zat ook geen uitdaging in de werkzaamheden en ik begon mij te vervelen.
Op een dag werd ik bij de chef geroepen. In het gesprek gaf hij op vriendelijke wijze aan dat hij niet echt tevreden was over mijn prestaties. Het was hem duidelijk dat ik niet op mijn plaats was en hij vroeg zich dan ook af of ik niet beter ander werk kon proberen. Ik kon zijn conclusie alleen maar beamen. Als ik dit werk de rest van mijn leven zou moeten doen, zou ik gek worden. Met wederzijdse instemming heb ik na dit gesprek ontslag genomen bij de ANB.
Ik ging weer op zoek naar ander werk. Op naar het Arbeidsbureau in de verwachting dat ze mij daar aan een passende baan zouden helpen. Maar zoals zo vaak liep het iets anders dan verwacht.