Nadat ik ontslag genomen had bij Van Leer, en de aansluitende flop bij het ANB, meldde ik mij voor een baan bij het Gewestelijk Arbeidsbureau.
Terwijl ik wachtte op mijn afspraak raakte ik in gesprek met een jonge vrouw die ontslagen was bij een schoenenwinkel. Zij had de baas omdat hij avances gemaakt had een mep gegeven en was daarna op staande voet ontslagen. Ik had zoiets nog nooit gehoord, laat staan meegemaakt. Deze ontmoeting maakte een flinke indruk.
Het gesprek met de meneer van het Arbeidsbureau kan ik mij ook nog goed herinneren. Het was geen prettig gesprek. Eerlijk gezegd is dit gesprek de oorzaak dat ik later zo min mogelijk met het Arbeidsbureau te doen wilde hebben.
Nadat ik binnen geroepen was en mijn inschrijving op orde gemaakt, werd mij gevraagd naar mijn opleiding. Op mijn antwoord dat ik er drie jaar Tuinbouwschool op had zitten, was zijn reactie: "dus niets". In mijn geval was er dan maar een baan waar ik geschikt voor was, Hollerith typiste. Hij gaf mij een briefje waarmee ik mij kon melden bij de afdeling personeelszaken van de KNSM, aan de Levantkade.
Om een lang verhaal kort te maken, ik heb gesolliciteerd bij de KNSM en ben aangenomen als Hollerith Typiste.
Hollerith Typistes tikken gegevens in, die met gaatjes in ponskaarten door andere machines uitgelezen kunnen worden. Bij de KNSM ging het om de gegevens van schepen die binnenkwamen. Ik zat op de afdeling Comptabiliteit. We zaten in een kamer met een stuk of 6 typistes en een mannelijke chef in een glazen hokje die toezicht hield.
Vanaf de eerste dag werd mij door een aantal van de typistes duidelijk gemaakt, dat als ik sprak met één van de andere typistes zij niets meer met mij van doen wilden hebben. Het was een afdeling waar een koude oorlog heerste. Oorlog tussen een viertal typistes en één andere typiste. Ik kan me niet herinneren wat de achtergrond van het conflict was. De sfeer was in elk geval om te snijden. Ik was van de regen in de drup gekomen.
Bij de KNSM ging een heel nieuwe wereld voor mij open. De Hollerith Typistes waren "De meisjes van Verkade" van het kantoorleven. En zo grofgebekt dat ik me af en toe rot schaamde. Afkomstig uit een milieu waar zelden een groffe opmerking of vies woord valt, voelde ik mij hier niet bepaald thuis. Ik hield mij het liefst afzijdig, wat tot gevolg had dat mijn collega's vonden dat ik kapsones had.
Het werk ging met ups en downs. Als er geen schepen binnenkwamen had je niets te doen. Het was niet toegestaan om een boek of zo te lezen, want als een hogere baas het zag, werden er misschien mensen ontslagen die wel nodig waren. Want als er wel werk was, was er veel werk. In die tijd ging het niet goed met de KNSM. Er werd dan ook gefluisterd over een naderend faillissement en ontslagen. Iedereen was dan ook constant op zoek naar informatie. Wat zou de toekomst brengen?
Ik heb het een poosje aangekeken en daarna eieren voor mijn geld gekozen. Dit werk was niets voor mij. Het was misschien nog te doen geweest als het werk wat gelijkmatiger over de dag verdeeld geweest was en de collega's wat aardiger.
Na mijn ontslagaanvraag werd gevraagd of ik bij de afdeling personeelszaken langs wilde komen. Men wilde weten wat de aanleiding was voor mijn ontslagaanvraag. Ik heb eerlijk verteld over mijn ervaringen in het "team" en ben daarna opgelucht opgestapt.
Hier boven de kopie van mijn getuigschrift dat ik kreeg bij mijn vertrek. Ik ging met een ervaring rijker op zoek naar de volgende baan.