dinsdag 15 januari 2019

Ronde Spiegeltent

Met een vader die werkt bij een schoonmaakbedrijf krijg je nog weleens een leuke opdracht. Zo kon het komen dat hij in 1976 een WC-dame voor de avonden nodig had. Het ging om een klus bij de Biertentoonstelling in de Ronde Spiegeltent. En altijd in voor een uitdaging heb ik ja gezegd. Het was een leerzame klus. Wat heb ik geleerd?

  • Mannen zijn viespeuken, piesen naast de pot en kotsen ook naast de pot.
  • Aan de andere kant: hoe meer bier in de man, hoe meer geld in de kan!
  • Mensen kijken niet naar de WC juffrouw. Dat kan toch geen bekende zijn? Dus trok ik kennissen aan hun jas: ken je me niet meer? Dat leverde leuke reacties op. Niemand had verwacht mij bij de WC aan te treffen.
  • Een WC-dame heeft geen status en dat terwijl het hard werken is onder niet altijd makkelijke omstandigheden.
  • Sommige mensen vinden het leuk om de WC-juffrouw te neppen en doen alsof dat een reuze grap is. “Hier een zloty dat is meer waard dan een gulden.” Een volkomen waardeloze munt, vast meegenomen van een goedkope vakantie in Polen en daar scheep je dan hard lachend de WC-juffrouw mee af, terwijl je jezelf laat vollopen met dure Belgische bieren.
  • Of een andere smoes om niet te hoeven betalen: “ik ben de eigenaar van de tent”.
Ook hoorde ik de eerste avond de opmerking: “WC-juffrouwen verdienen zoveel dat ze met een half jaar werk de andere helft van het jaar in Spanje in de zon kunnen zitten.” Dat was niet waar, maar de eerste avond telde ik verbaasd mijn inkomsten.

Het waren natuurlijk allemaal kwartjes en dubbeltjes en soms een gulden of zelfs een rijksdaalder. Maar het was meer dan ik verwacht had. Er gingen nog wel de kosten voor het schoonmaakmiddel en WC-papier af, maar er bleef nog genoeg over.

In de Volkskrant van juni 2006 staat een herinnering van Peter van den Berg:
De Duvel-mini-bokaal komt op een goed moment; precies dertig jaar nadat op het Museumplein in Amsterdam een internationale biertentoonstelling werd gehouden. Een maand lang brachten Belgische brouwerijen in de snikhete zomer van 1976 hun bier in een traditionele Spiegeltent aan de man. De manifestatie betekende in Nederland de doorbraak van de ‘vreemde’ bieren.
De tentoonstelling was zo’n succes dat sommige bezoekers ’s nachts op het plein in een tentje sliepen om de volgende middag bij het opengaan van de ‘expositieruimte’ weer onmiddellijk te kunnen toeslaan.
Ik kan me dat van die tentjes niet herinneren, maar die biertentoonstelling was een succes. En samen met mijn geliefde, had ik er een lucratieve klus aan.

Natuurlijk betaal ik altijd de WC-juffrouw en controleer ik ook of het een bekende is, je weet nooit…


Drukkerij Dijkman

Intussen was ik getrouwd en woonde ik met mijn lief in een flat in de Bijlmermeer. Via via kwam ik aan een baan bij Drukkerij Dijkman. De drukkerij waar onder andere De Waarheid, het bekende communistische dagblad gedrukt werd. Ik was daar tekstverwerker. De krant werd gedeeltelijk met loodzetwerk gemaakt en was bezig met een omschakeling naar offset drukken.
Letterzetten was een zwaar en moeilijk vak als je bedenkt dat alles in spiegelschrift gezet moest worden.
De letters werden handmatig in een mal gezet en met grote machines tot platen gestanst.

Dat was in mijn tijd volkomen anders. In feite ging het net als met een typemachine met WordPerfect. Voor ieder lettertype had je een code: bell. Het nummer achter die code gaf het lettertype aan.

Ik heb dit werk gedaan tot twee weken voor de bevalling van mijn oudste dochter. Dit betekende een time-out, maar zeker geen afscheid van het werkende leven.

De Echo

Nadat ik genoeg had van de baan bij Van Lanschot via Evro werd het tijd om maar weer eens wat anders te proberen. Via een advertentie waarin gevraagd werd om een directiesecretaresse kwam ik terecht bij het Huis aan huis blad De Echo.

Ik werd aangenomen als secretaresse van een van de directeuren de heer De V. De Echo bleek een onderdeel te zijn van het Telegraaf concern. Het was de eerste baan waar mij gevraagd werd om mijn paspoort. Gewoonlijk was het voldoende om mijn adresgegevens en mijn gironummer af te geven. Naar ik later begreep had dat te maken met de bedreigingen na de Telegraafrellen waarbij de bouwvakker Jan Weggelaar om het leven gekomen was.

Bij De Echo waren in die tijd twee directeuren. De directeur waar ik voor was aangenomen en de heer W. De heer W., had een eigen secretaresse, een oudere dame, juffrouw W. Ik was aangenomen omdat in de tijd bij Van Lanschot mijn collega ook een oudere juffrouw was. Dat gaf juffrouw W. vertrouwen in onze samenwerking.

Die samenwerking ging aanvankelijk goed, tot mijn baas overgeplaatst werd naar het Limburgs dagblad. Vanaf dat moment had ik niet veel meer te doen en begon juffrouw W. mij als een bedreiging te zien.
k herinner me een keer dat ik de wekelijkse bloemen voor ons kantoor ging kopen. Ik had een leuk bosje kleine witte bloemetjes gezien en die meegenomen. Eenmaal op kantoor bleek dat ze een lichte uiengeur afgaven. Het waren bloemen van daslook, een wilde uiensoort. Juffrouw W. dacht dat ik dit met opzet gedaan had, terwijl ik alleen maar gevallen was voor de schoonheid van de tere witte bloemetjes en er echt geen sprake was van kwade opzet. Vanaf die datum steek ik altijd mijn neus in bloemen die ik voor een ander koop, je weet nooit…

De sfeer verslechterde en ik koos eieren voor mijn geld en nam ontslag.
Jammer genoeg was Evro intussen verdwenen van de Heiligeweg. Mijn intercedente ben ik nog een keer op straat tegengekomen. Zij werkte intussen in de verpleging (haar originele beroep). Wat er van Evro geworden is weet ik niet. In het vervolg moest ik zelf mijn banen zoeken.

Uitzendbureau EVRO

Met de bij Wulfing opgedane ervaring stapte ik binnen bij Uitzendbureau Evro aan de Heiligeweg in Amsterdam. Daar trof ik een intercedente die erg belangrijk is geworden voor mijn verdere carrière. Zij stuurde mij overal op af onder het motto: kan je het niet? Dan kan je het leren. En zo ging het ook. Ik heb ongeveer drie jaar plezierig gewerkt via Evro.
Ik heb in die tijd vrijwel de hele ontwikkeling van de tekstverwerking meegemaakt: via de mechanische typemachine, via de elektrische IBM met het ronde bolletje, tot de magnetic tape machine die hele zinnetjes voor je kon typen. In de tijd dat ik werkte voor Evro waren er nog geen Pc’s met een tekstverwerkingsprogramma. Die kwamen pas later. De magnetic tape machine van IBM was een wonder, al hield ik meer van de IBM met het ronde bolletje: je kon daar prachtige documenten mee maken met verschillende lettertypen. Jarenlang heb ik zelf ook zo’n machine gehad.
Zo heb ik verschillende klussen uitgevoerd als telexiste en alle andere apparaten met een toetsenbord en dat zijn er best veel. Bij Evro verveelde ik mij niet en was geen dag zonder werk. Zodra de ene klus was afgelopen, hadden zij wel weer een andere uitdaging. Zo kon het komen dat ik uiteindelijk uitgezonden werd als directiesecretaresse.

Ik had geen Schoevers (een vereiste in die dagen) maar intussen wel zo veel ervaring dat mijn intercedente vond dat ik dat moest proberen. En ook niet onbelangrijk: er zat een salarisverhoging aan vast.

In de jaren ’70 was er veel kritiek op het werken via een uitzendbureau. De argumenten heb ik nooit goed begrepen. Een feit is dat toen ik begon de arbeidsvoorwaarden niet denderend waren. Ik werd betaald per week na inlevering van het getekende werkbriefje. Dat werkbriefje leverde ik iedere vrijdag in bij mijn intercedente, waarna ik mijn salaris ontving. Later kon ik de werkbriefjes per maand inleveren en weer later liep het via de opdrachtgever en ontving ik mijn salaris op mijn girorekening. Was je ziek, dan had je pech, want er waren wachtdagen en die kreeg je niet betaald. Vakantiegeld kreeg je meteen bij je salaris. Dus geen apart vakantiegeld. In Wikipedia staat te lezen:
Met een groeiend aantal uitzendbureaus (ook ASB, Manpower, Evro en Tempo-Team zijn inmiddels belangrijke spelers op de markt) groeit ook de kritiek. Uitzendbureaus hebben nog altijd een slecht imago. Vakbonden en linkse partijen vinden dat de overheid een sturende rol moet hebben op de arbeidsmarkt en ook op het gebied van de arbeidsbemiddeling. Vakbonden noemen uitzendkrachten rechteloos, ze zijn bang dat tijdelijke werknemers meer gaan verdienen dan vaste, en dat werkgevers vaste banen gaan vervangen door tijdelijke. Randstad op haar beurt is juist van mening dat ze mensen aan werk helpt die anders niet actief zouden zijn op de arbeidsmarkt. Verder klagen de vakbonden dat alleen makkelijk plaatsbare mensen uitzendbaantjes zouden krijgen, en dat uitzendkrachten alleen vies en zwaar werk zouden kunnen doen.
Het heerlijke van werken via een uitzendbureau was dat ik niet meer naar het arbeidsbureau hoefde. Na mijn ervaring met de meneer die mij naar de KNSM stuurde, wilde ik zo ver mogelijk uit de buurt van het GAB blijven. Volgens hen kon ik toch niets, nee dan Evro.

Via Evro kreeg ik de kans om te tonen wat ik kon. Feit is dat ik vaak meer verdiende dan de vaste werknemers bij de bedrijven waar ik tijdelijk werkte. Dat is ook niet zo gek, als je bedenkt dat ik ook het risico liep op tijdelijke werkloosheid als er geen opdrachten waren. (In die tijd wist ik niets van uitkeringen). Voor zover ik mij kan herinneren heb ik nooit zonder opdrachten gezeten. Ik ben twee keer overgekocht door bedrijven waar ik langer dan zes maanden werkte. De Lloyds en Bolsa International Bank Ltd en Philipp Brothers. Na verloop van tijd kreeg ik dan weer de kriebels en nam ik ontslag om terug te keren bij Evro.

Een van de klussen die ik mij het beste kan herinneren was bij de afdeling beleggingsonderzoek van een bank aan de Paulus Potterstraat. De chef van die afdeling stond bekend om het feit dat geen secretaresse het lang bij hem uithield. Het was dan ook een heel lastige man. Ik besloot het toch te proberen en met hem heb ik heel gekke dingen meegemaakt. Een voorbeeld:

Op een dag vraagt de heer v.d.P aan ons (wij waren met zijn tweeën op het secretariaat) of wij zijn archiefkast wilden ordenen. Hij zou de volgende dag naar een conferentie zijn, dus dan konden wij dat mooi doen. Wat bleek: de volgende dag zat de bewuste kast op slot. De heer v.d.P. flikte ons wel vaker een kunstje, zodat hij dan op ons kon mopperen. Maar mijn collega, ook niet gek, zei waarom ga je niet naar een sleutelmaker en laat een sleutel maken voor dat slot? Zo gezegd, zo gedaan. Ik op mijn Solex naar de sleutelmaker voor een sleutel voor de dossierkast. Met deze sleutel konden wij in de kast en hebben wij de dossiers keurig geordend.

De volgende dag rende v.d.P meteen naar zijn dossierkast. Hij kon zijn verbazing niet verbergen en vroeg heel onschuldig: “Hoe konden jullie in die kast, ik had per ongeluk de sleutel mee genomen”.  Met een strak gezicht antwoordden wij, “met de reservesleutel!” Later lagen we slap van de lach, dat was 1-0 voor ons.

Op een gegeven moment had ik genoeg van de spelletjes van de heer v.d.P en gaf ik bij Evro aan dat ze maar een ander moesten zoeken. Ik had mijn buik vol van deze opdracht. Nadat dit gemeld was bij de opdrachtgever, kwam Evro met een aanbod dat ik niet kon weigeren: ik kreeg een forse opslag als ik bleef. Ik denk dat ik al met al meer dan een jaar voor de heer v.d.P gewerkt heb. Daarna zat er bij mij echt geen rek meer in en wilde ik wat anders.

In de tussentijd werkte ik naast de baan bij Evro in de weekeinden ’s avonds in Paradiso. De poptempel aan het Leidseplein. Na drie jaar had ik ook daar genoeg van en besloot ik dat een baan genoeg is. Het was een leuke periode, maar op een gegeven moment merkte ik dat het teveel werd. Leuke bijkomstigheid is dat ik daar verkering kreeg met mijn man.



Wulfing’s Chemische producten

Mijn derde baantje was bij Wulfing’s Chemische Producten. Wulfing was de wederverkoper van Sanatogen een poeder dat aangelengd met melk of water gedronken werd en als een zenuwversterkend tonicum werd verkocht.

Daarnaast bestond de omzet uit Complamin. Als ik mij goed herinner een medicijn tegen aderverkalking, Atherosclerose. Daarnaast hadden ze nog een medicijn tegen Reuma waar ik de naam van vergeten ben. Wel weet ik nog dat een van de bestanddelen goud was en dat het daarom bij sommige patiënten populair was.
Ik begon als jongste bediende. Buiten mij werkte er de directeur de heer M, een secretaresse, mevrouw P. en een boekhouder de heer S. Ook was een arts aan Wulfing verbonden. Dr. H. Verder werkten er een tweetal mensen die de medicijnen inpakten en verzendklaar maakten en de mevrouw die zorgde voor de koffie.
In de drie jaar dat ik gewerkt heb bij Wulfing, heb ik veel geleerd. Mijn werk bestond uit het verzendklaar maken en op peil houden van de voorraad wetenschappelijke artikelen die de werking van de producten van Wulfing beschreven. Het doorgeven van bestellingen, aannemen van de telefoon,  ontvangen van gasten en typte ik brieven in het Nederlands, Engels en Duits van concept.
Ook de tekst van de historische serie (nu antiquarisch) heb ik uitgetypt: Het schrift. De gedachten van de mens gevangen. De geschiedenis van het ontstaan en de ontwikkeling van het schrift.  Vanaf spijkerschrift tot de moderne tijd. Dit vond ik nu een echt leuke klus en dat ging dan niet zozeer om het werk, maar om de inhoud. Van Assurbanipal tot Laurens Janszoon Koster, hartstikke interessant.

Ook bracht ik soms pakjes weg op mijn Solex, die ik van mijn salaris bij elkaar gespaard had. Het was gevarieerd werk maar na drie jaar sloeg de verveling toe. Ik woonde intussen zelfstandig in de Jordaan en het begon bij mij te kriebelen. Ik wilde wat anders. Misschien wel weer naar school. Ik dacht zelfs aan een baan in de Jeugdzorg en een opleiding Kinderbescherming B. Ik besloot ontslag te nemen en mijn kansen in de jeugdzorg te verkennen.

Nou, dat is dus niets geworden.

Na een gesprek bij Sociale Academie De Aemstelhorn waarin mij werd uitgelegd dat ik voor de opleiding die ik had uitgekozen een baan moest hebben in de Jeugdzorg, solliciteerde ik bij het Burger Weeshuis. Ik werd afgewezen voor de baan omdat ik geen serieuze indruk maakte. Ik droeg tijdens het bewuste sollicitatiegesprek een lange zwarte jurk met gouden motieven. Ik was groen als gras en had niet begrepen dat als je solliciteert op een baan, je er net zo moet uitzien als de mensen in de functie waarnaar je solliciteert. Dus dat een spijkerbroek met een trui passender was. Om met een latere manager van mij te spreken:”If you want the job, you got to look like the job”. Daar kwam bij dat er werd getwijfeld of ik wel stevig genoeg was voor het werk. “Wij werken met kinderen die al zeer jong seksuele contacten hebben”. Dit was de tweede keer dat men viel over het feit dat ik vrouw, klein en tenger was.

Zonder een baan kon ik de opleiding niet volgen en zonder de opleiding kon ik geen baan krijgen. Ik herinner mij nog een sollicitatie. Dat komt door de discussie die ontstond tijdens het gesprek. Het ging over het bezoekrecht van een moeder die in de prostitutie werkte. De interviewer was van mening dat een moeder met een dergelijk beroep haar kind niet mocht bezoeken en natuurlijk dacht ik daar anders over. Ze is toch de moeder?

Na een aantal vruchteloze sollicitaties besloot ik om maar af te zien van een baan in de Jeugdzorg en meldde ik mij aan bij een uitzendbureau.